SV | Alle knechten des konings, en het volk, der landschappen des konings, weten wel dat al wie tot den koning ingaat, in het binnenste voorhof, die niet geroepen is, hij zij man of vrouw, zijn enig vonnis zij, dat men [hem] dode, tenzij dat de koning den gouden scepter hem toereike, opdat hij levend blijve; ik nu ben deze dertig dagen niet geroepen om tot den koning in te komen. |
WLC | כָּל־עַבְדֵ֣י הַמֶּ֡לֶךְ וְעַם־מְדִינֹ֨ות הַמֶּ֜לֶךְ יֹֽודְעִ֗ים אֲשֶׁ֣ר כָּל־אִ֣ישׁ וְאִשָּׁ֡ה אֲשֶׁ֣ר יָבֹֽוא־אֶל־הַמֶּלֶךְ֩ אֶל־הֶחָצֵ֨ר הַפְּנִימִ֜ית אֲשֶׁ֣ר לֹֽא־יִקָּרֵ֗א אַחַ֤ת דָּתֹו֙ לְהָמִ֔ית לְ֠בַד מֵאֲשֶׁ֨ר יֹֽושִׁיט־לֹ֥ו הַמֶּ֛לֶךְ אֶת־שַׁרְבִ֥יט הַזָּהָ֖ב וְחָיָ֑ה וַאֲנִ֗י לֹ֤א נִקְרֵ֙אתִי֙ לָבֹ֣וא אֶל־הַמֶּ֔לֶךְ זֶ֖ה שְׁלֹושִׁ֥ים יֹֽום׃ |
Trans. | kāl-‘aḇəḏê hammeleḵə wə‘am-məḏînwōṯ hammeleḵə ywōḏə‘îm ’ăšer kāl-’îš wə’iššâ ’ăšer yāḇwō’-’el-hammeleḵə ’el-heḥāṣēr hapənîmîṯ ’ăšer lō’-yiqqārē’ ’aḥaṯ dāṯwō ləhāmîṯ ləḇaḏ mē’ăšer ywōšîṭ-lwō hammeleḵə ’eṯ-šarəḇîṭ hazzâāḇ wəḥāyâ wa’ănî lō’ niqərē’ṯî lāḇwō’ ’el-hammeleḵə zeh šəlwōšîm ywōm: |
Alle knechten des konings, en het volk, der landschappen des konings, weten wel dat al wie tot den koning ingaat, in het binnenste voorhof, die niet geroepen is, hij zij man of vrouw, zijn enig vonnis zij, dat men [hem] dode, tenzij dat de koning den gouden scepter hem toereike, opdat hij levend blijve; ik nu ben deze dertig dagen niet geroepen om tot den koning in te komen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Alle knechten des konings, en het volk, der landschappen des konings, weten wel dat al wie tot den koning ingaat, in het binnenste voorhof, die niet geroepen is, hij zij man of vrouw, zijn enig vonnis zij, dat men [hem] dode, tenzij dat de koning den gouden scepter hem toereike, opdat hij levend blijve; ik nu ben deze dertig dagen niet geroepen om tot den koning in te komen.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!